Het Markerpark


Het Markerpark

HET LAATSTE PLAN VOOR

HET MARKERMEER

 

Sinds 1891 worden er plannen gemaakt om de Zuiderzee in te polderen. Tussen 1927 en 1980 zijn verschillende polders gemaakt. Na de voltooing van de Flevopolders, werd in 1975 de Houtribdijk aangelegd voor de ontpoldering van de Markerwaard. Zover is het nooit gekomen, de inpoldering stagneerde. Wat resteerde was het Markermeer. Na dertig jaar is een helder politiek besluit uitgebleven en is de reservering voor de Markerwaard komen te vervallen. De planning rondom het Markermeer kenmerkt zich nu door een stedenbouwkundige en landschappelijke impasse. Het huidige wateroppervlak, het Markermeer, is het resultaat van de milieubeweging die op kwam in de jaren tachtig. Acceleratie van welvaart en infrastructuur creëerde tegelijktijd een schuldgevoel over het verdwijnen van natuur. Vanuit Den Haag werd de vraag gesteld of Nederlanders het open water van het Markermeer wilden behouden, of kozen voor de voorspoed van een tweede Schiphol in de toekomstige polder. Er werd krachtig gekozen voor het water. Enerzijds betekende dit betekende dat de poldersteden Almere en Lelystad, ontworpen binnen het integrale Zuiderzeepolder plan, nooit echt binnen de context kwamen te liggen waar ze voor ontworpen waren. In zeker zin zoeken nog steeds naar hechting met het Markermeer. Anderzijds, als paradoxaal resultaat van de natuurbescherming, tekent er zich nu in het afgesneden meer een ecologische ramp af. De kwaliteit van het zo gekoesterde water blijkt dramatisch te verslechteren. Geërodeerde kleideeltjes zweven door het water waardoor de waterkwaliteit voorbij de zelfherstellende kritische grens is. De prestaties van dit meer liggen ver onder de potentie. Op de plek waar de grootste natuurontwikkeling van Nederland mogelijk is, sterft de natuur.

MEER NATUUR = MEER STAD

Het creëren van nieuwe natuur in Nederland en het bevorderen van compacte steden is de grootste opgave voor de Nederlandse stedenbouw in de 21steeeuw. Nu Nederland nog groeit, is er nog één generatie om de Tweede Nota achtige stedenbouw af te ronden. Het doorbouwen van woonwijken in de periferie is daarna met een krimpende bevolking niet meer duurzaam. In 2007 zullen er gemiddeld 11 boerenbedrijven per dag stoppen. Dit betekent dat er enorme oppervlaktes aan landbouwgrond herbestemd moeten worden. Tegelijkertijd moet ons landschap zich aanpassen aan de klimaatveranderingen. Voor 2050 moet Nederland een oppervlakte gelijk aan twee Flevopolders terug geven aan het water. Om deze grote landschappelijke transformaties te financieren zullen met ‘rood voor blauw en groen’ een golf aan woningen worden gebouwd in ons landschap. Stedenbouw zal losbreken uit de periferie ten gevolgde van de enorme veranderingen in het grondgebruik. Voor de nieuwe internationale economie is het echter cruciaal dat onze steden rijk zijn aan mensen. Hoog stedelijke dichtheid brengt voorzieningen, mixt culturen en brengt daarmee kennis, inspiratie en handel.

 

De grote uitdaging is dan ook om deze twee ogenschijnlijk tegenovergestelde belangen te verenigen. Het lijkt paradoxaal dat de grote potentie voor de ontwikkeling van de stad in de 21ste eeuw voort kan komen uit de ontwikkeling van natuur. Maar door een toevluchtsoord te hebben in de natuur voor het weekend of op een mooie zomeravond wordt het weer mogelijk geconcentreerd te wonen in de drukke stad. Een tweede woning of een eenvoudige kavel met een tent in een zeer lage dichtheid in de natuur, helpt ons dan enerzijds om het landschap klimaatbestendig te maken, en anderzijds om de stad sterker en compacter te maken. Een nieuw tijdperk met een eigen stedenbouwkundig ontwerpersidioom ligt binnen handbereik. Het grootste reservoir van open landschap in Nederland, het Markermeer, wordt hiervan een schoolvoorbeeld. De kwantitatieve en slechte natuur zal moeten worden omgezet naar een kwalitatief hoogwaardig natuurgebied middenin een van de meest verstedelijkte gebieden van Nederland. Juist door de aanwezigheid van dit Markerpark, kan natuurontwikkeling meewerken aan een ongenaakbaar hoge metropolitane kwaliteit van de Noordvleugel. De fantoompijn door het uitblijven van de Markerwaard wordt ingevuld met een Nationaal park, dat tegelijkertijd kan functioneren als schaduwstad.

 

 

 

MEER NATUUR = MEER STAD

Het creëren van nieuwe natuur in Nederland en het bevorderen van compacte steden is de grootste opgave voor de Nederlandse stedenbouw in de 21steeeuw. Nu Nederland nog groeit, is er nog één generatie om de Tweede Nota achtige stedenbouw af te ronden. Het doorbouwen van woonwijken in de periferie is daarna met een krimpende bevolking niet meer duurzaam. In 2007 zullen er gemiddeld 11 boerenbedrijven per dag stoppen. Dit betekent dat er enorme oppervlaktes aan landbouwgrond herbestemd moeten worden. Tegelijkertijd moet ons landschap zich aanpassen aan de klimaatveranderingen. Voor 2050 moet Nederland een oppervlakte gelijk aan twee Flevopolders terug geven aan het water. Om deze grote landschappelijke transformaties te financieren zullen met ‘rood voor blauw en groen’ een golf aan woningen worden gebouwd in ons landschap. Stedenbouw zal losbreken uit de periferie ten gevolgde van de enorme veranderingen in het grondgebruik. Voor de nieuwe internationale economie is het echter cruciaal dat onze steden rijk zijn aan mensen. Hoog stedelijke dichtheid brengt voorzieningen, mixt culturen en brengt daarmee kennis, inspiratie en handel.

 

De grote uitdaging is dan ook om deze twee ogenschijnlijk tegenovergestelde belangen te verenigen. Het lijkt paradoxaal dat de grote potentie voor de ontwikkeling van de stad in de 21ste eeuw voort kan komen uit de ontwikkeling van natuur. Maar door een toevluchtsoord te hebben in de natuur voor het weekend of op een mooie zomeravond wordt het weer mogelijk geconcentreerd te wonen in de drukke stad. Een tweede woning of een eenvoudige kavel met een tent in een zeer lage dichtheid in de natuur, helpt ons dan enerzijds om het landschap klimaatbestendig te maken, en anderzijds om de stad sterker en compacter te maken. Een nieuw tijdperk met een eigen stedenbouwkundig ontwerpersidioom ligt binnen handbereik. Het grootste reservoir van open landschap in Nederland, het Markermeer, wordt hiervan een schoolvoorbeeld. De kwantitatieve en slechte natuur zal moeten worden omgezet naar een kwalitatief hoogwaardig natuurgebied middenin een van de meest verstedelijkte gebieden van Nederland. Juist door de aanwezigheid van dit Markerpark, kan natuurontwikkeling meewerken aan een ongenaakbaar hoge metropolitane kwaliteit van de Noordvleugel. De fantoompijn door het uitblijven van de Markerwaard wordt ingevuld met een Nationaal park, dat tegelijkertijd kan functioneren als schaduwstad.

 

 

 

MARKERPARK

De impasse rond het Markermeer is des te wonderbaarlijker omdat ecologisch herstel van het meer ongelooflijk eenvoudig is. Door de bodem te verdiepen en het toevoegen van oeverlengte ontstaan gradiënten in de natuur en bezinkt het slib in de diepte. Het verdiepen levert bouwzand en daarmee inkomsten op. Pragmatisch kunnen met het restproduct van deze grondstromen eilanden gemaakt worden voor kustveiligheid, natuur, woningbouw en recreatie. De laatste daad van de Zuiderzeewerken is het bestemmen van het Markermeer als water. Hiermee gaat de polderbouw na de terpen, ontginningen en droogmakerijen een nieuwe fase in. Het Markermeer is het (ont)polder laboratorium. De vijfde polder van Lely bleef uit maar IJburg kwam. We moeten ruimte geven aan water, internationaliseren en dus innoveren. De nieuwe polder is niet voor koeien maar voor genot, energie en toerisme. Het laatste Zuiderzeewerk is een Nationaal Waterpark dat stroomt vanaf de grachten van Amsterdam tot aan de Afsluitdijk, waarin een gezond Markermeer met een Atol van eilanden ligt. Realisatie is mogelijk doordat iedere gemeente rondom het Markermeer onafhankelijk zijn eigen archipel van eilanden kan ontwikkelen. Tesamen maken zij een Ring van Archipels, het MarkerAtol.

MARKERATOL

Met een icoon van euforie vieren we de duizend jaar polderbouw in de delta. Door de grondstromen van de ontpoldering als heilige grond tussen het Blocq van Kuffeler en de Marker vuurtoren te verzamelen komt hier het hoogste bergpunt van Nederland te liggen. Een 400meter hoge berg als waterstaatkundig monument met een bezoekerscentrum om uit te leggen aan alle Japanners, Amerikanen en Chinezen hoe Nederlanders aan hun landschap bouwen. Aan de voet van de berg ligt Nieuw Oranjesluizen waar Amsterdammers en Almeerders samen een visje eten. Verbonden aan het vaste land door een dijk met de wegverbinding tussen de A6 en de A7. De Ring van Archipels bestaat verder uit de bestaande archipel IJburg, het eiland Marken, het Markerrif, de Westvaarderseilanden, de Baai van Lelystad en het Enkhuizerzand.

 

Het Markerrif ziet eruit als een windmolenpark langs de Noordhollandse kust, maar het is meer dan dat. Hier erodeert momenteel onder water de kleigrond, met als gevolg vertroebeling van het meer. Het rif is een onderwaterlaboratorium waar getest wordt hoe met bodemverdieping het slib opgevangen kan worden. Dit proces zal gecombineerd worden met de ontwikkeling van kwalitatief bijzondere natuur zonder tegen verziltingsproblematiek aan te lopen. Op het rif zijn windturbines geplaatst die bijdragen aan de rust in het gebied doordat het waterrecreanten verboden wordt rondom de molens te varen. De jaarlijkse toename van het energieverbruik is gelijk aan de energie van alle windmolens in Nederland, met deze 180 meter hoge windmolens wordt het nieuwe grote Almere voorzien van Groene Stroom. De rust en de extreme accentuatie van de bodem maakt van het Markerrif een bijzonder natuurreservaat.

 

Aansluitend bij de Oostvaarderplassen liggen de Westvaardersplassen. Toegankelijk per kano of fluisterboot zijn hier de Flevobevers te bewonderen met hun bouwwerken. De Baai van Lelystad wordt de nieuwe waterrecreatie attractie aan de oostkant van het Markermeer. Een gezellige baai met drijvende woningen, havens en een klooster als symbool voor de Lelystadse rust. Lelystad erkent hiermee een moderne groene Zuiderzeestad te zijn. In de oksel van de permeabel gemaakte Houtribdijk ligt het Enkhuizerzand. Door in het ruige water twee luwtedammen tegenover elkaar te positioneren ontstaat kalm water. Werkend als een nier en als een kraamkamer voor de natuur vieren hier de stedelingen een permanente vakantie als een bezegeling van de nieuwe polderwelvaart.

MARKERATOL

Met een icoon van euforie vieren we de duizend jaar polderbouw in de delta. Door de grondstromen van de ontpoldering als heilige grond tussen het Blocq van Kuffeler en de Marker vuurtoren te verzamelen komt hier het hoogste bergpunt van Nederland te liggen. Een 400meter hoge berg als waterstaatkundig monument met een bezoekerscentrum om uit te leggen aan alle Japanners, Amerikanen en Chinezen hoe Nederlanders aan hun landschap bouwen. Aan de voet van de berg ligt Nieuw Oranjesluizen waar Amsterdammers en Almeerders samen een visje eten. Verbonden aan het vaste land door een dijk met de wegverbinding tussen de A6 en de A7. De Ring van Archipels bestaat verder uit de bestaande archipel IJburg, het eiland Marken, het Markerrif, de Westvaarderseilanden, de Baai van Lelystad en het Enkhuizerzand.

 

Het Markerrif ziet eruit als een windmolenpark langs de Noordhollandse kust, maar het is meer dan dat. Hier erodeert momenteel onder water de kleigrond, met als gevolg vertroebeling van het meer. Het rif is een onderwaterlaboratorium waar getest wordt hoe met bodemverdieping het slib opgevangen kan worden. Dit proces zal gecombineerd worden met de ontwikkeling van kwalitatief bijzondere natuur zonder tegen verziltingsproblematiek aan te lopen. Op het rif zijn windturbines geplaatst die bijdragen aan de rust in het gebied doordat het waterrecreanten verboden wordt rondom de molens te varen. De jaarlijkse toename van het energieverbruik is gelijk aan de energie van alle windmolens in Nederland, met deze 180 meter hoge windmolens wordt het nieuwe grote Almere voorzien van Groene Stroom. De rust en de extreme accentuatie van de bodem maakt van het Markerrif een bijzonder natuurreservaat.

 

Aansluitend bij de Oostvaarderplassen liggen de Westvaardersplassen. Toegankelijk per kano of fluisterboot zijn hier de Flevobevers te bewonderen met hun bouwwerken. De Baai van Lelystad wordt de nieuwe waterrecreatie attractie aan de oostkant van het Markermeer. Een gezellige baai met drijvende woningen, havens en een klooster als symbool voor de Lelystadse rust. Lelystad erkent hiermee een moderne groene Zuiderzeestad te zijn. In de oksel van de permeabel gemaakte Houtribdijk ligt het Enkhuizerzand. Door in het ruige water twee luwtedammen tegenover elkaar te positioneren ontstaat kalm water. Werkend als een nier en als een kraamkamer voor de natuur vieren hier de stedelingen een permanente vakantie als een bezegeling van de nieuwe polderwelvaart.

CREDITS

Instituut: Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Type project: Afstudeerproject

Beoordeling: 10, cum laude

Begeleiders: Nanne de Ru, Marieke Steenhuis

Adviseur: Martin Aarts

Sponsor maquettes: Boskalis Nederland

- Archiprix International - Hunter Douglas Award - 1st prize

- Biannual award for best Graduation project 2009-2010

- Archiprix Nederland - 2e plaats 2008